Verslaving als geschenk » 2010 » mei » 5

Archive for mei 5th, 2010

De macht van de (ex-)verslaafde….

Posted by Dees on mei 05, 2010
Geen rubriek / No Comments

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam verslag nr. 74 – 3.5.2010 – 5 deelnemers – distributie aan deelnemers + publicatie op – blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De bijeenkomst wordt om 20 uur geopend door de gespreksleider, terwijl een andere deelnemer het schriftelijk verslag voor zijn rekening neemt en de aanwezigen worden uitgenodigd tot het doen van voorstellen ter bepaling van het gespreksonderwerp voor deze avond.
Hierop formuleert A de volgende overwegingen, waaraan hij het voorstel voor het gespreksonderwerp verbindt. Hij zegt: ik ben op een bepaald moment verslaafd geraakt aan het gokken. En vervolgens heb ik mogen ‘leren’ dat die handeling voor mij gevaarlijk/link/risicovol, of hoe je het ook wilt noemen, is. En dan zou je dus de neiging krijgen de schuld te gaan schuiven in de richting van dat betreffende gokspel. Net zo goed als de alcoholist leert dat voor hem drank gevaarlijk is en de junk hetzelfde dient te erkennen ten aanzien van de middelen die hij niet meer ‘mag’ gebruiken. Door dit soort redeneringen geef je eigenlijk de ‘macht’ aan het betreffende middel en maak je jezelf heel klein. Daarnaast zijn (veel) andere mensen, die niet verslaafd raken blijkbaar beter of sterker dan ikzelf, want zij blijven buiten de macht van ‘het’ middel. Ik loop hierover na te denken, want ik vind in dit soort redeneringen toch iets raars zitten: ik accepteer namelijk eigenlijk helemaal niet dat zo’n middel sterker zou zijn dan ikzelf: ik kan immers zelf beslissen mijn leven zonder dat middel in te richten, op precies dezelfde manier als ik ervoor kies, tot nog toe tenminste, om bijvoorbeeld ook te wachten tot de trein/tram/of ander voertuig voorbij is voordat ik op straat ga oversteken. Op dezelfde wijze is het goed je ook rekenschap te geven van je positie ten aanzien van je omgeving, zodat je niet vervalt in verwijten, maar het initiatief bij je houdt om te veranderen zodra je je bijvoorbeeld benauwd gaat voelen en je je ‘gevangen’ voelt in een relatie; in dat laatste geval zou immers kunnen gaan denken dat die ander je de nodige vrijheid heeft afgenomen, in plaats van zelf het initiatief te nemen om die relatie te beeindigen…..
Het gespreksonderwerp zou je dus misschien kunnen samenvatten als:
‘de onmacht van het middel’ of wel ‘de ontdekking dat verslaving niet zit in de macht van het middel, maar in je eigen onmacht om met dat middel om te gaan en dat dus ook te kunnen laten staan………’

Eenieder blijkt hiermee akkoord, zodat het onderwerp voor deze avond vaststaat en het gesprek start:

B: ik heb van binnen uit een zeer dwangmatig gedrag – onder meer enorm dwangmatige affectie onder bepaalde omstandigheden – moet ook altijd zo nodig ‘de boel gaande houden’ – door drank ga ik mij nog meer dwangmatig uiten – dat gebeurt dan ook in allerlei andere vormen, als roken en coke; gokken past niet bij mij – ik zie verslaving als een systeem – heb sterke allergie ten aanzien van drank ontwikkeld – ik raak dan bizar – nu heb ik mijn systeem gereset – kan er een nieuwe weg omheen bouwen – zit er wel al 46 jaar in – maar ga me nu lekkerder voelen – bij drank raak ik in de ban door kicks – hoe meer ik het ‘niet-drinken’ als goed systeem ervaar, hoe beter mijn gevoel wortel kan schieten – ben nu in de vijfde maand van mijn niet drinken – mijn bewustzijn neemt toe – de terugval-momenten worden minder urgent – bij mij werkt dit nu – merk ook dat dit nieuwe systeem duidelijker wordt inclusief de afname van gevoeligheden voor verleidingen – wel moet ik elke dag stilstaan bij wat ik nu heb…….

C: onmacht – ik herken dit heel duidelijk in mijn oude gedrag – bij (in) mij was het vaak heel druk – bovendien moet het allemaal ook nog eens een keer helemaal goed – moet ook van mezelf heel erg m’n best doen – maar: dat is eigenlijk helemaal niet nodig – ‘t kan me ook nix schelen, maar toch doe ik m’n best – heb trouwens de laatste tijd veel afgeleerd – zoals m’n trucjes – ook extreem gedrag – dat alles is m.i. het begin van een verslaving – ach, waarom ga je gokken – neen, ik ben te gierig – was wel geneigd te roken en ook daaraan ben ik verslaafd geweest – had het moeilijk om teleurstellingen te aanvaarden – de macht van ‘t middel, ging voorbij zodra ik zelf het initiatief nam – ben ook wel zeker van mezelf ten aanzien van de consequenties – ‘t middel moet een wisselwerking opleveren – ik ben dan ook overtuigd van het onderling verband.

D: jaren lang heb ik gewoon teveel gedronken – zonder te letten op smaak of kwaliteit – op den duur ook zo snel mogelijk, in de wetenschap dat het steeds weer uit de hand zou lopen en dat gebeurde dan ook steeds weer – en eigenlijk zat de impuls om weg te schieten uit de realiteit heel gewoon in mezelf; drank was het noodzakelijke middel – eigenlijk een beetje als bij een auto: die doet ook nix als er geen benzine of andere brandstof wordt toegediend. Toen ik stopte met die drank was in mij de behoefte aan de ontsnapping dan ook helemaal niet voorbij. Dus onderzocht ik andere middelen en wegen. En die bleken er ook ruimschoots te zijn. Op die manier kwam ik dus toch wel aan mijn trekken. Terwijl ik inmiddels in de kliniek, tijdens mijn opname, en later aan tafel in de zelfhelpgroep, dat was toen nog de AA, heel veel leerde, maar wel ook heel erg daar aandacht was gericht op vooral geen drank en voor de rest is het al gauw heel erg prima. In feite ben je dan eigenlijk een beetje aan je lot overgelaten en heeft het voor mij echt jaren geduurd voordat ik erachter kwam dat het werkelijk afrekenen met verslaafd gedrag een operatie is die eigenlijk je hele leefprogramma omvat en dan vooral gericht is op het ontwikkelen van constructieve activiteiten, met name een gezonde fysieke en psychische conditie, zonder daarbij nou meteen ook weer top-prestaties na te streven. Het verwerven van de daarbij passende bescheidenheid is daar volgens mij ook een nuttige eigenschap.

E: ik heb zelf de verslaving ook nodig gehad – de functie betekende: het leven een halt toe te roepen – ik leerde de stilte hanteren – kon dat eerst niet – op allerlei terreinen – in de loop van de tijd verminderde mijn drang tot activiteiten – ik ontdekte dat stilte heerlijk is – heb nu genoeg aan mezelf – dat is een groot goed, incluis de rust in tegenstelling tot het voormalig jachtig bestaan, waar altijd tijdnood heerste – mijn bestaan is nu omgebouwd – ik laat leemtes in m’n agenda – die zijn functioneel – laatst liet ik een vriend binnen, die ik vervolgens zat weg te kijken – juist door de verslaving heb ik geleerd mezelf een spiegel voor te houden bij de vraag: heb ik een ander nodig om te functioneren – m.i. hoeft dat niet altijd – deze week waren er thuis veel mensen; dat was leuk en toen ze weg waren was ook dat weer fijn – kortom, ‘t perfecte is de vijand van het goede – dat kleine beetje kost net teveel energie, bijvoorbeeld met mensen met een absoluut gehoor – voor mij is dat onzinnig en niet nodig – dwangmatig gedrag zat niet alleen in het middel maar vooral in mezelf – vrienden stellen eisen – vriendschap behoeft onderhoud-plegen, net als bij een fiets – aan jezelf dus – je kunt voelen als een die kaars die aan twee kanten brandt – alles moet zo snel – hoe kan dan iets beklijven – ik met m’n grijze kop – ‘met de waan van de dag’ – daar kan ik niet goed bij – als ik stil ben, kunnen er ook nieuwe dingen gebeuren – nieuwe gedachten kunnen ontstaan – de kunst is de ruimte daarvoor te bieden aan jezelf…

Hiermee is de ronde voltooid en krijgt A de gelegenheid af te ronden. Hiertoe zegt hij:

A: ik ervaar veel kwaliteit – ik ontdek bij mezelf ook steeds meer – vroeger was ik kennelijk niet helder, waardoor ik tegen een soort muur klapte – dat had wel een bijkomend voordeel: ik ben alles kwijtgeraakt, incl. de mazzel een en ander te overleven – het gebeurt zoals het is gebeurd – leven kan bedreigen – vroeger vond ik volwassen mensen onbegrijpelijk vanwege hun camouflage-gedrag; dat vond ik trouwens ook in het gokken – heb nu meer overzicht – en bovendien ook behoefte me heel lekker te voelen – diep in de realiteit weg te zinken – ook ten aanzien van muziek – kan nu ook wel relativeren – zie meer dingen in perspectief – de macht zit in mezelf en niet in het middel – vroeger voelde ik dreiging door gokkasten – tijd is belangrijk – dan ruimte voor rust – vroeger zou ik nu gokken – nu niet meer….

De gespreksleider dankt A voor het onderwerp, vraagt de aanwezigen geld in de pot te werpen en sluit bijeenkomst om 21.30 uur.

Amsterdam, 5 mei 2010.